Wanneer Bas van Hout als ‘verweesd’ straatschoffie de Wallen onveilig maakt, is daar ineens Joop de Vries (zie foto boven) die zich over hem ontfermt. In Panorama beschrijft de verslaggever deze week leven en dood van ‘Zwarte Joop’ en zijn eigen avonturen binnen Joops gok- en seksimperium. “Ik pak hem vast, dat is het enige wat ik kan doen. Ik voel zijn massieve lichaam schokken, voel zijn verdriet…”
Tekst Bas van Hout
![Panorama_2014_ED05_magazine]()
Deze week in Panorama: onder meer het acht-pagina-artikel over Zwarte Joop, door zijn voormalige protegé Bas van Hout.
De zware man zit ineengedoken bij de open haard en verbergt zijn gezicht in z’n handen. Zijn slob- berige trainingsbroek en vaalgrijze jas hangen ruim om zijn lijf. “Joop,” fluister ik. Hij richt zich op en kijkt me kwetsbaar aan. Hij huilt. Zwijgend. Zijn ogen staan dof, het leven is uit zijn diepzwarte en voorheen glinsterende pupillen verdwenen. De held uit mijn jeugd, gelegenheidsopvoeder, vaderfiguur en pater familias van de Wallen is gebroken en huilt. Tranen biggelen langs de grof bebaarde wangen van de eens zo machtige man die jarenlang de Wallen bestuurde als een CEO een multinational. Het vocht vermengt zich met de haren van zijn zwarte baard. Voor het eerst van mijn leven zie ik hem kwetsbaar. Ik pak hem vast, dat is het enige wat ik kan doen. Voel zijn massieve lichaam schokken, voel zijn verdriet… Zacht mompelt hij: “Dertien doden, dertien doden…”
Casa Rosso was al jaren een wereldmerk vanwege de real fucky-fucky liveshow en de vele tienduizenden toeristen die het theater jaarlijks naar de Wallen én Amsterdam trok. De avond van de 16de december 1983 werd het theater op slag wereldnieuws. Die avond stierven er dertien bezoekers van het casino op de Amsterdamse Wallen, Club 26/Casa Rosso. Een huizenblok ter grootte van een voetbalveld brandde tot aan de grond af. Tientallen mensen raakten gewond, van wie sommige zwaar. De club – die Joop de Vries en zijn Anglo- Italiaanse partners naar verluidt 26 miljoen had gekost – was in een paar uur tijd weggevaagd door toedoen van een Israëlische crimineel van Russische komaf; een waanzinnige, aan de Amerikaanse maffia gelieerde hoogmoedige die zijn zinnen had gezet op de macht in het Wallengebied. Met behulp van handlangers wilde hij Zwarte Joop de Vries uit zijn Wallenimperium drukken. Deze aanslag was het begin van het einde van zijn macht. Het was ook de doodsteek voor het beroemde Red Light District van toen. Joops miljoenenbedrijf, met een geschatte (belasting- neutrale) jaaromzet van vele tientallen miljoenen, was abrupt in rook opgegaan. Die avond stierf ook de geest van Joop de Vries. Zijn fysieke dood, anderhalf jaar later, was slechts een formaliteit.
Bluf en de rechtse directe
Joop was de man die mij verzorgde alsof ik zijn eigen kind was. Toen ik 9 was werkte ik als barhulpje in een café. Op een dag werden de deuren weinig fijn- zinnig opengeslagen. Die Zwarte Joop waar iedereen kennelijk van onder de indruk was, stormde woedend naar binnen, op zoek naar zijn doelwit. Hij vond ze snel, weggestopt in een hoek, twee bibberende penozejongens. Wat ik begreep was dat ze hun afspraken niet waren nagekomen. Ze hadden een keuze: de afspraak alsnog nakomen, óf met hem de zandbak in achter café Cul de Sac ‘om het uit te vechten als mannen’. De uitslag van die vechtpartij stond niet ter discussie, tenzij ze pistolen zouden meebrengen naar dit vuistgevecht. “Ga geld halen,” beet de ene man de andere toe. “Het gaat allang niet meer om geld,” mengde Joop zich in hun dialoog. “Dit gaat om principes.” Ik keek geamuseerd naar het tafereel, voelde geen angst, was gebiologeerd door zoveel karakter en lafheid in één ruimte. Ik lachte naar die man. En Joop lachte terug, knipoogde. Zijn gesprekspartners wrongen zich in duizend bochten om Joop tevreden te stellen, als ze maar niet de zandbak in hoefden. Het liep met een sisser af, ze kwamen er ongeschonden uit, maar ze waren wél hun belangen op de Wallen kwijt. Dat was trouwens de laatste keer dat ik hem met een slok op zag. Maar zo werkte het dus in de zakenwereld die de Wallen heette, het recht van bluf en de rechtse directe…
Ik zag hem vanaf dat moment geregeld rondslenteren, beetje voorovergebogen als een gorilla, links en rechts aanwij- zingen gevend aan personeel. Ik voelde, nee wíst op dat moment dat hij de grote golf in mijn leven zou zijn. Een golf die ik koste wat kost moest pakken wilde ik het beter krijgen. Af en toe reed hij voorbij in een Amerikaan of een Italiaan. Joop was een liefhebber van de duurde- re merken. Ooit vertelde hij me dat hij bij de Porschedealer naar binnen liep. Geïnteresseerd liep hij om de nieuwe bolides heen en stelde de verkoper een paar vragen over de motorinhoud, de acceleratie en de prijs. De verkoper keek naar de baardige man met zijn boots- mutsje op en zei dat hij eerst maar eens een paar veters moest kopen. Daarna mocht hij nog eens langskomen. Joop ging weg, kwam een uur later terug in dezelfde kleren en kocht de duurste Porsche van het huis. Cash! Een verblufte verkoper achterlatend.
100 meter naaldhakken
![Basvanhout]()
Een jonge Bas van Hout
Voordat ik hem ontmoette, ritselde ik klussen. Auto’s wassen voor pooiers en platenbazen die op de Wallen woonden. En alles wat ertussenin zat. Ik verkocht kranten van 20 cent met 500 procent winst – bij Joop was dat altijd 5 gulden – en lichtte de hoeren met hun bijbehorende hondjes op. Ze hadden er geen flauw benul van wat een ons hart kostte bij de slager, maar kon het ze wat schelen? Mij in elk geval niet, geld zat bij de hoeren. En empathie was nu eenmaal geen groot goed op de Wallen. De gulden fooi voor elke boodschap was eigenlijk bijzaak, de winst zat hem in het skimmen. Geen hoer had tenslotte een weegschaaltje om het gewicht van het poedelvlees na te wegen. Iedereen sjacherde erop los, van hoog tot laag. Liegen, stelen en uitpezen was het dialect van de Wallen. Ik behoorde tot de laagste categorie, een kansloze, maar waande de Wallen mijn territorium. De ene dag verdiende ik 50 gulden bij Lange Ben in de kelder achter de seks- shop, waar ik een nieuwe levering peppillen sorteerde en in zakjes van tien stopte. De Wallen liepen immers op stoere mannen die op amfetamine de nacht doorhaalden. De volgende dag verdiende ik 10 gulden door met ‘een tassie’ van punt a naar b te lopen. Dat deed ik gretig: boodschappen doen voor beruchte hoeren als…
Lees verder in de Panorama van deze week, waar Bas van Hout acht pagina’s de ruimte krijgt om te verhalen over zijn relatie met vaderfiguur Zwarte Joop.
Het bericht Beschermd door Wallenkoning Zwarte Joop. Door Bas van Hout verscheen eerst op Panorama.